6 tips voor het begeleiden van forensische jeugd

Dit artikel is geschreven door Eva Schoemeijer. Eva is orthopedagoog bij Zorgtrium.
Lees hier over wat Zorgtrium kan betekenen voor Jeugd & Gezin

Forensische jongeren zijn jongeren die in aanraking zijn of dreigen te komen met justitie. Deze jongeren hebben vaak een moeilijke achtergrond en hebben extra hulp nodig om hun leven weer op de rit te krijgen. Effectieve begeleiding van forensische jongeren is daarom van groot belang. Zorgtrium heeft door de jaren heen veel ervaring opgedaan met deze doelgroep. In dit artikel geeft Eva een aantal tips om forensische jongeren effectief te begeleiden. 

Tip 1: Wees alert op LVB-signalen

Forensische jongeren kunnen in verschillende ontwikkelingsfasen zitten. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij de begeleiding. Wat werkt voor een jongere in de ene ontwikkelingsfase, werkt mogelijk niet voor een jongere in een andere ontwikkelingsfase. Uit onderzoek blijkt dat binnen de forensische zorg meer mensen zijn met LVB dan in de niet-forensische populatie. Het is daarom van belang om hier bewust van te zijn en alert te zijn op signalen van een LVB om zo beter aan te sluiten bij de juiste ontwikkelingsfase van de jongere (Collot d’Escury-Koenigs, Boering & Teeuwen, 2019) 

Tip 2: Een positief rolmodel is onmisbaar

Forensische jongeren hebben vaak een vervelend verleden en hebben mogelijk traumatische of ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. Het is daarom belangrijk om een veilige omgeving te creëren waarin zij zich op hun gemak voelen. Dit kan bijvoorbeeld door een positieve sfeer te creëren, duidelijke grenzen te stellen en te zorgen voor een goede relatie tussen de jongere en de begeleider. Een persoonlijk begeleider dient als een positief rolmodel voor de jongere waar de jongere uiteindelijk vertrouwen in gaat hebben.  

Tip 3: Een goede motivatie helpt

Een forensische jongere moet gemotiveerd zijn om aan zijn of haar problemen te werken. Het is daarom belangrijk om te werken aan de motivatie van de jongere. Dit kan bijvoorbeeld door de jongere te betrekken bij het opstellen van het behandelplan of door positieve feedback te geven (Rietmeijer, 2014). Door dit te doen ontstaat er meer eigenaarschap over het eigen traject en ontstaat er vaak meer motivatie om aan dit traject te werken.  

Tip 4: Focus op de positieve invloeden in het netwerk van de jongere

Het betrekken van het netwerk van de jongere bij de begeleiding kan bijdragen aan het succes van de begeleiding. Het netwerk kan bijvoorbeeld helpen bij het creëren van een veilige omgeving en het motiveren van de jongere. Het is belangrijk om te onderzoeken welke personen in het netwerk van de jongere een positieve invloed hebben op hem en om het contact met deze personen goed te onderhouden. Forensische jongeren hebben vaak een netwerk met slechte invloeden. Het is daarom extra belangrijk om vooral te focussen op de positieve invloeden in zijn netwerk.  

Tip 5: Zorg voor een integrale aanpak van begeleiding, reclassering en school

Bij de begeleiding van forensische jongeren is het belangrijk om te zorgen voor een integrale aanpak. Dit houdt in dat er aandacht is voor de verschillende leefgebieden van de jongere, zoals school, werk, wonen, vrije tijd en gezondheid. De jeugdreclasseringsmedewerker speelt hier in een belangrijke rol. Het is belangrijk om te zorgen voor samenhang tussen de verschillende leefgebieden en om te werken aan een positieve ontwikkeling op alle gebieden (Ferwerda, van Ham & Jager, 2016). De persoonlijk begeleider van de jongere speelt hierin een belangrijke rol door regelmatig contact te hebben met de personen verbonden aan deze verschillende leefgebieden zoals docenten en de jeugdreclasseringsmedewerker.  

Tip 6: Besteed aandacht aan de emotionele- en gedragsproblemen van de jongere

Forensische jongeren hebben vaak te maken met emotionele en gedragsproblemen. Veel jongeren met een forensische achtergrond zijn buiten dat ze dader zijn ook slachtoffer en ervaren vaker PTSS-klachten dan jongeren met een niet-forensische achtergrond (Bogaerts & Polak, 2012). Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden in de begeleiding. Dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van therapieën, trainingen en behandelingen gericht op het verbeteren van het emotionele en gedragsmatige functioneren van de jongere. Het is voor de persoonlijk begeleider belangrijk om het mentaal welzijn van de jongere goed in de gaten te houden.  
 
Hier volgen nog twee bonustips die wellicht voor de hand liggend zijn, maar niet daarmee niet onbelangrijk. 
 

Bonustip 7: Vergroot de sociale vaardigheden van de jongere 

Sociale vaardigheden zijn van groot belang voor het functioneren in de maatschappij. Het is daarom belangrijk om te werken aan de sociale vaardigheden van forensische jongeren. Dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van sociale vaardigheidstrainingen en het oefenen van sociale situaties. Uit onderzoek is gebleken dat het verbeteren van sociale vaardigheden de externaliserende problematiek zoals agressie vermindert bij jongeren in de jeugdzorg (Van Berlo et al., 2018). 
 

Bonustip 8: Monitor de voortgang van de begeleiding 

Het is belangrijk om de voortgang van de begeleiding van forensische jongeren te monitoren. Op deze manier kan worden bepaald of de begeleiding effectief is en kunnen eventuele knelpunten tijdig worden gesignaleerd. Dit kan bijvoorbeeld door het regelmatig evalueren van het behandelplan en het in kaart brengen van de resultaten. Bij Zorgtrium wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) om de zelfredzaamheid te monitoren en de Short Term Assesment of Risk and Treatability: Adolescent Version (START-AV) (Viljoen et al., 2014) om de risicos van de jongeren in te schatten. Het is hierbij belangrijk dat de jongere wordt meegenomen in deze monitoring, zodat hij zelfbewust wordt van zijn ontwikkeling.   

 

Referenties

Bogaerts, S., & Polak, M. V. (2012). Slachtofferschap en posttraumatische stress binnen het forensische domein: Gevolgen van detentie en simuleren van psychische klachten. In E. Vermetten, R. J. Kleber, & O. van der Hart (editors), Handboek Posttraumatische stressstoornis (blz. 699). De Tijdstroom. 

Collot d’Escury-Koenigs, A., Boering, A., Teeuwen, M. (2019) LVBeeld; van discussie naar herkenning. Een training met beelden van Licht Verstandelijk Beperkte (LVB)- en niet- LVB-jongeren voor professionals werkzaam in het forensische domein. Kwaliteit Forensische Zorg. Geraadpleegd op 17 februari 2023 van https://files.enflow.nl/fd9938a8-0039-4987-aee4-d3773cabfd43/c3fe5633-659c-46d0- b624-70920d1cd024/lvbeeld-29-08-2019-eindversie.pdf.  

Ferwerda, van Ham & Jager, 2016. Kijk op Jeugdcriminaliteit. Handvatten voor het opstellen van een periodieke trendrapportage jeugd- en jongerencriminaliteit en een overzicht van veelbelovende aanpakken. Bekereeks. Geraadpleegd op 17 februari 2023 van https://www.bureaubeke.nl/doc/2016/Kijk_op_jeugdcriminaliteit_Bekereeks.pdf 

Rietmeijer, 2014. Motiverende gespreksvoering. Huisarts en Wetenschap, 57(4):202-205. https://doi.org/10.1007/s12445-014-0101-2 

Van Berlo et al., 2016. Sociale vaardigheden, internaliserende problematiek en externaliserende problematiek bij jongeren opgenomen in een JeugdzorgPlus- instelling. Tijdschrift voor Gedragstherapie & Cognitieve Therapie, 4. Geraadpleegd op 17 februari 2023 van https://www.tijdschriftgedragstherapie.nl/inhoud?jaar=2016&nummer=4 

Viljoen, J. L., Nicholls, T. L., Cruise, K. R., Desmarais, S. L., & Webster, C. D. (with contributions by Douglas-Beneteau, J.) (2014). Short-Term Assessment of Risk and Treatability: Adolescent Version (START:AV) – User Guide. Burnaby, British Columbia: Mental Health, Law, and Policy Institute.